Het betreft hier geen bandenwissel, maar een nieuwe, op zijn Engels uitgesproken band. Mijn vorige bandje had mij geruime tijd voor het bedwingen van de COVID19-pandemie al afgeschreven, dus moet er weer wat worden verzonnen om mijn muzikale honger te stillen. Nu loop ik al sinds mijn kinderjaren vrij verbaasd door dit leven en die verwondering blijkt nog altijd terecht te zijn. Het kan op elk gebied altijd weer gekker. Was de pandemie zelf al iets dat ik niet had kunnen verzinnen, dat mijn aan de zangeres uitgeleende elektrische gitaar zonder overleg werd verkocht zou ik evenmin hebben kunnen bedenken. De waarheid verzin je niet. Enfin, een nieuwe band dus.

Voor wie van plan is om zelf een bandje op te richten, die wens ik sterkte, maar ook veel plezier. Het duurt al gauw drie tot vier maanden voor je een groep mensen bij elkaar hebt die samen door een deur kunnen, jouw (dus mijn) muziek leuk vinden, het spelniveau hebben waar je iets mee kunt en, niet onbelangrijk, dat je zelf kunt bijbenen. Ik dacht me er deze keer gemakkelijk vanaf te maken door mij aan te sluiten bij een groepje oude kerels en die bij de eerste kennismaking al zover te krijgen dat ze niet hun, maar mijn muziek zouden gaan spelen. Ze waren weliswaar snel om, maar al gauw bleek dat de spelniveaus dermate uit elkaar lagen dat het aspect gezelligheid de ambitie om ooit op te treden behoorlijk in de weg zat. Dan toch maar zelf advertenties plaatsen.

En dan begint het. In de loop der jaren heb ik zo al veel muzikanten gesproken. Ik herinner me nog een pacifistische tubaspeler die voor defensie werkte als muzikant en zo zijn dag kon vullen met tubaspelen, een drummer die eveneens voor defensie werkte omdat ‘dat de enige werkgever was die het goed vond dat hij zijn drumkit meenam zodat hij tijdens de lunchpauzes kon oefenen’ en een afgestudeerde theoloog die niet meer in God geloofde.

Ook nu dienen zich weer bijzondere figuren aan. Terwijl mijn advertentie duidelijk vermeldt dat het om Nederlandstalige rockmuziek gaat en uitsluitend eigen werk, haakt een potentiële zanger af met het verwijt dat wij niet flexibel zijn omdat we geen covers van Radiohead willen spelen. Alsof je bij een Bach-ensemble solliciteert en verlangt dat ze ook een moppie Schubert gaan spelen. En wat denk je van een zanger met een hoge piepstem, die tijdens zijn auditie volstrekt geen maat kan houden en doodleuk vraagt hoe wij vinden dat het gaat?

Maar ach, wat rest zijn de juweeltjes. Het is even volhouden, maar inmiddels begint de band haar definitieve vorm te krijgen. Een uitstekende bassist, een strakke drummer, een geweldige toetsenist en mijzelf op gitaar wachten nog enkel op die zangeres met een strot waar je ‘u’ tegen zegt. We kennen er eentje. Kunnen we haar verleiden?